Ronda, de stad van de beroemde brug: Puente Nuevo

Ronda ligt zo’n 50 kilometer van de kust in een bergachtig gebied. Ronda ligt vrij hoog, namelijk 750 m. boven zeeniveau. De stad ligt boven aan een diep ravijn. De rivier de Guadalevin zorgt ervoor dat het stadje in 2 delen gescheiden is. Deze rivier heeft gezorgd voor een diepe kloof en ook rond Ronda zijn allerlei riviervalleien te vinden. De natuur is adembenemend in Ronda en vandaar is Ronda een plek waar je ten minste 1 keer in je leven geweest moet zijn!

Ook in Ronda hebben de Kelten, de Feniciërs en de Grieken geheerst. De Romeinen noemden de plaats Arunda, waar Ronda vandaan komt. Toen de Moren regeerden werd Ronda uitgeroepen als hoofdstad van Andalusië de Takarunna. En later zelfs de hoofdstad van het zelfstandige Taifa van Ronda waar de Berberse stam Banu Ifran regeerde. Uit deze tijd zijn de meeste dingen terug te vinden in Ronda. Nadat de Moren verdreven waren werd er een Koninklijke ruiterschool opgericht in Ronda waar paarden en ruiters geleerd werden te vechten in de oorlog.

Ronda staat bekend om zijn 3 bruggen: Puente Romano, Puente Vijo en de Puente Nuevo. De Puente Nuevo is de beroemdste brug en het symbool van Ronda.

Het bijzondere van Ronda is dat de oudst bestaande stierenvechters arena er staat. In Ronda is het stierenvechten ontstaan. Een beroemde torero Pedro Romero werd in Ronda geboren en voor hem waren er dus veel thuiswedstrijden die hij ook veelal won! Er worden nog steeds stierengevechten gehouden in Ronda. Een deel van deze arena is nu een museum.

Ook een absolute aanrader als je in Ronda bent zijn de Moorse baden. De badhuizen in Ronda zijn de best bewaarde Moorse badhuizen in Spanje! Heel bijzonder dus!

Het Mondragónpaleis werd gebouwd door de Moorse koning Abomelik en ook koningin Isabella en koning Ferdinand hebben er nog gewoond. Hier is een museum te vinden over de geschiedenis van Ronda en ook is hier een prachtige tuin waar je in kunt wandelen.

Ook is er een paleis: Palacio del Rey Moro y La Mina, waar men dacht dat de Moorse koning Almonated heeft gewoond. Zo gaat het verhaal dat hij zijn wijn uit de schedels van zijn vijanden dronk, maar men heeft bewezen dat hij daar nooit gewoond heeft.  De hertogin van Parcent heeft het paleis afgewerkt en verbouwd in 1920. Ook bij dit paleis is een prachtige tuin te vinden, ontworpen door Jean Claude Forestier. Vanuit deze tuinen kun je via een, door de Moren in de rotsen uitgehakte trap, bij La Mina komen. Een waterbron die vroeger de enige waterbron van de stad was. In de tijd van de Moren werden waterzakken door vastgeketende slaven naar boven gebracht.

Ook zijn er nog stadmuren en stadspoorten te vinden die overgebleven zijn uit de tijd van de Moren.

Verder is er nog van alles in Ronda te vinden. Het is een prachtige stad met veel oude bewaarde gebouwen en monumenten! En de natuur is adembenemend!